80 miljard euro per maand. Uit het niets. De ECB kan dat, doet dat. Gaat dat wel goed?
De economie van de eurozone is gebaseerd op groei en als die uitblijft kijken de verschillende Europese regeringen vroeg of laat naar Frankfurt. Daar zetelt Mario Draghi met zijn Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft een aantal instrumenten in handen om de koers van de euro en de rente te sturen, en zo, hopelijk, de Europese economie aan te jagen. Maar de laatste jaren lukte dat maar matig.
Omdat de rente al geruime tijd extreem laag staat, is de gereedschapskist van de ECB bijna leeg. Een kleine twee jaar geleden besloot Draghi daarom tot een draconische maatregel: de digitale geldpersen aanzetten. Met een simpele muisklik creëert de ECB elke maand 80 miljard euro. Die 80 miljard verdwijnt geruisloos in het financiële systeem. Daar wordt het virtueel gecreëerde geld gebruikt om staats- en bedrijfsobligaties van banken, verzekeraars en institutionele beleggers te kopen. Zij moeten het geld vervolgens weer in de reële economie brengen.